Algemene disclaimer:
- De hier gepresenteerde scenario’s zijn geen exacte voorspellingen van de toekomst en weerspiegelen evenmin de mening van de netbeheerders. Ze zijn bedoeld om de impact van verschillende mogelijke ontwikkelingen richting een klimaatneutraal energiesysteem op de energie-infrastructuren te onderzoeken. Hoewel de ontwikkelingen in de scenario’s grotendeels zijn afgestemd met verschillende belanghebbenden, zijn alternatieve keuzes of variaties op bepaalde ontwikkelingen mogelijk en kunnen deze worden verkend in scenariovarianten.
- De scenario-aannames voor de industriesector zijn grotendeels overgenomen uit het Carbon Transition Model (CTM), dat industriële processen gedetailleerd modelleert en is ontwikkeld in samenwerking met de grootste industriële partijen in Nederland. De getroffen sectoren zijn chemie, raffinaderijen, kunstmest, staal en afval. Voor deze sectoren worden de uiteindelijke energievraagprofielen weergegeven in het Energy Transition Model (ETM), maar de onderliggende invoer en aannames kunnen niet door de gebruiker worden aangepast. Voor meer achtergrondinformatie verwijzen we naar de scenariodocumentatie (rapporten).
- Alle weersafhankelijke profielen volgen het klimaatpatroon van het historische klimaatjaar 2012, waarin verschillende combinaties van energieaanbod en -vraag zijn meegenomen. Voor deze studie zijn daarom klimaatgegevens (bijv. temperatuur, instraling, windprofielen) uit de Pan-European Climate Database (PECD) verwerkt en geüpload naar het ETM. Daarnaast zijn specifieke sectorale vraagprofielen afgeleid uit geschikte (publieke) bronnen om een realistisch vraaggedrag weer te geven.
- Het ETM is een energiesysteemmodel dat alle relevante energiedragers en eindgebruikersectoren omvat en is bedoeld om te modelleren hoe energie wordt gebruikt onder verschillende scenario’s en wat de impact is op relevante energie- en klimaatindicatoren, zoals energiegerelateerde emissies. Bepaalde aspecten, zoals de elektriciteitsmarkt, energie-uitwisselingen met buurlanden en de karakteristieken en werking van technologieën, worden echter op een vereenvoudigde manier gemodelleerd om de complexiteit te verminderen, de rekentijd laag te houden en zoveel mogelijk transparantie en toegankelijkheid voor gebruikers te garanderen. Afhankelijk van de studie en reikwijdte gebruiken netbeheerders andere, geavanceerdere tools, bijvoorbeeld om de Europese elektriciteitsmarkt gedetailleerder en op het gewenste kwaliteitsniveau te simuleren.
Scenario Nationaal Leiderschap (NAT):
Nederland streeft naar een energie-efficiënt energiesysteem binnen de Nederlandse mogelijkheden en stuurt sterk op de toekomstige energiemix. De overheid maakt keuzes over de technologieën die in Nederland zullen worden gebruikt. Daartoe stelt de overheid verplichte beleidsmaatregelen en regelgeving op en neemt zij financieel deel aan projecten van nationaal belang. De overheid stimuleert de ontwikkeling van nieuwe industrieën (deels inclusief de productie van synthetische brandstoffen) en bevordert de elektrificatie van bestaande industrie. In de gebouwde omgeving zorgt centrale sturing voor de ontwikkeling van warmtenetten, die voornamelijk worden gevoed door restwarmte, geothermie en flexibele elektrische bronnen zoals power-to-heat. Voor de energievoorziening ontstaan grootschalige nationale projecten, zoals maximale benutting van wind op zee en de bouw van enkele flexibele kerncentrales. Groene waterstof speelt een belangrijke rol bij het balanceren van het elektriciteitssysteem, het leveren van hogetemperatuurwarmte in de industrie en als grondstof.